Landbouwtransitie in Zeeland?

02 sep 2022
Milieu

Onderzoek naar doelrealisatie en effectiviteit van de provinciale inzet van 2017 t/m 2021

De rekenkamer Zeeland onderzocht of de Provincie Zeeland erin geslaagd is in de afgelopen vijf jaren stappen te zetten in het streven naar ‘volhoudbare landbouw’: “een sector die economische gezond is, kringlopen op een zo laag niveau sluit en produceert in evenwicht met de natuurlijke omgeving”.

 

Geen Zeeuws keerpunt voor landbouwtransitie in de afgelopen vijf jaar. Wel voortgang en waardering.

De rekenkamer trekt de conclusie dat de provinciale doelstelling op het gebied van landbouw en transitie daarvan te algemeen was om harde uitspreken te kunnen doen over de realisatie van doelen. Bovendien blijken er weinig cijfers beschikbaar op Zeeuwse schaal die bruikbaar zijn om vast te stellen welke vooruitgang precies gerealiseerd is. Daarom heeft de rekenkamer hoofdzakelijk een beeld verkregen op basis van gesprekken met in- en extern betrokkenen bij het provinciale beleid. Dat beeld laat zien dat er de afgelopen jaren geen keerpunt brachten wat betreft landbouwtransitie of dat er een grote waarneembare versnelling was op dat terrein. Wel neemt zichtbaar het tempo toe waarin nieuwe technieken, veranderde inzichten en betere teeltmethoden beschikbaar komen. Er worden steeds kleine stapjes gezet. De wijze waarop de Provincie Zeeland zich inzette op het gebied van landbouw wordt over het algemeen door betrokken partijen positief gewaardeerd.

Nadruk op subsidies en begeleiden van gebieds- en beleidsprocessen.

De nadruk van de inzet door de provincie gericht op landbouw lag vanaf 2017 op het ondersteunen en stimuleren met subsidie van initiatieven. Ook ging er veel aandacht uit naar het begeleiden van beleids- en gebiedsprocessen, al dan niet met hulp van het provinciale kavelruilbureau. Op het vlak van beleid werd er samen met stakeholders een Zeeuws Uitvoeringsprogramma Landelijk Gebied opgesteld en een Zeeuws Deltaprogramma Zoet Water.

Regels om intensieve veehouderij tegen te gaan.

Op het stellen van regels door de Provincie lag in mindere mate de focus in het beleid. Daarbij maakt de rekenkamer wel de kanttekening dat regels van de Provincie op het gebied van het tegengaan van nieuwvestiging van intensieve veehouderij er mede toe geleid hebben dat de Zeeuwse landbouw een relatief gunstige uitgangspositie met de stikstofproblematiek in vergelijking met andere Provincies. In Zeeland was de groei van de veestapel veel minder dan in andere Provincies het geval was door die regels die de Provincie stelde.

Circa 40 miljoen subsidie voor de landbouw in de periode 2017 - 2021.

Uit de analyse van de rekenkamer blijkt dat de Provincie Zeeland voor landbouw en transitie daarvan circa € 40 miljoen subsidie verstrekte in de periode 2017 t/m 2021. Dat bedrag is opgebouwd uit een deel eigen middelen en een deel Europees geld voor plattelandsontwikkeling (POP-3/leader). Bijna de helft van de Provinciale middelen werd aangewend om fysieke investeringen bij agrarische bedrijven te stimuleren, van landbouwmaterieel, zoals apparatuur voor precisielandbouw, machines voor spitten en zaaien en poten/planten tegelijk en spuit- en driftreductie. Circa een kwart van de Provinciale middelen werd uitgegeven aan projecten gericht op proeftuinen/pilots, het ontwikkelen van kennis of het delen daarvan. De Europese middelen die bij beschikking van Gedeputeerde Staten van Zeeland verstrekt werden als subsidie gingen voornamelijk naar fysieke investeringen van agrariërs, agrarisch natuurbeheer en niet productieve investeringen van het waterschap (zie onderstaande figuur).

Onderzoek landbouw

Verbeterpunten: doelen specificeren en monitoring en evaluatie versterken.

De rekenkamer ziet een aantal punten waarop Provinciale Staten het beleid kan versterken. Volhoudbare landbouw geeft als algemeen doel goed richting op hoofdlijnen aan het beleid, maar de rekenkamer vindt dat het teveel ontbrak aan uitwerking van wat de Provincie met welke budgetten binnen haar invloedssfeer wilde bereiken met het landbouwbeleid. Verder vindt de rekenkamer ook dat de Provincie meer de voortgang van beleid moet meten, daarover moet verantwoorden en daaruit lessen moet trekken.

Aanbevelingen

De rekenkamer Zeeland doet vier aanbevelingen aan Provinciale Staten van Zeeland om hen ondersteuning te bieden om de positie op het gebied van landbouwtransitie te versterken.

  1. Bekrachtig als Provinciale Staten naast een algemene doelstelling op aangeven van Gedeputeerde Staten ook specifieke doelen op het gebied van landbouw en transitie daarvan, die de Provinciale rol nader inkaderen en te bereiken zijn voor de Provincie in samenwerking met partners.
  2. Bekrachtig op aangeven van Gedeputeerde Staten duidelijk prestaties in de begroting waaraan transparant budgetten zijn gekoppeld.
  3. Ga in gesprek met Gedeputeerde Staten over hoe de kaderstelling op het gebied van landbouwbeleid alsnog nader kan worden geconcretiseerd en hoe richting de toekomst Provinciale Staten betrokken kunnen blijven bij het doorlopen van de beleidscyclus.
  4. Betrek monitoring en evaluatie nadrukkelijk bij de uitvoering van aanbeveling 3 en verzoek Gedeputeerde Staten bij monitoring en evaluatie de handvatten te gebruiken die zijn te herleiden uit het onderzoek van de rekenkamer. 

Relatie met de stikstofproblematiek.

In het rekenkameronderzoek is de focus gelegd op de Provinciale rol bij landbouw in brede zin. Toen de rekenkamer begon met het onderzoek waren de ontwikkelingen in het landelijke stikstofbeleid nog veel minder concreet voor de landbouw dan vandaag de dag het geval is. In het onderzoek dat nu is gepubliceerd is stikstof integraal betrokken in de analyse op hetzelfde hoge abstractieniveau als dat voor de andere deelonderwerpen is gebeurd.  Het onderwerp landbouw en transitie is compleet belicht. Het onderzoek gaat niet in op de meest recente ontwikkelingen in het stikstofdossier. De conclusies en aanbevelingen zijn wel in algemene zin daaraan ondersteunend. Ook op dat vlak is het integraal stellen van specifieke doelen die de provinciale rol inkleden en adequate verantwoording daarover door periodieke monitoring en evaluatie belangrijk. Wanneer daar aanleiding voor is, kan de rekenkamer het thema stikstof op een later moment nog nader onderzoeken.